Gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties maken jaarlijks prestatieafspraken. Hierin staan doelen voor de volkshuisvesting en afspraken over hoe de partijen samenwerken om die doelen te realiseren. Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting stelt voor om bij het maken van lokale prestatieafspraken ook zorg- en welzijnspartijen te betrekken. Waarom is het belangrijk om hen te betrekken? En hoe pak je dit aan?
Edwin Prins – regioadviseur bij het Aanjaagteam Wonen Welzijn en Zorg voor Ouderen (WWZO) – schetst samen met Bart de Laat – senior adviseur bij adviesbureau FRAEY – een beeld van hoe je prestatieafspraken met zorg- en welzijnspartijen kunt maken en wat de voordelen ervan zijn.
Geen vaste vorm
“In het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting staat niet beschreven hoe zorg- en welzijnspartijen betrokken moeten worden bij het maken van prestatieafspraken”, legt Edwin uit. “Er staat alleen dát ze betrokken moeten worden en dat het initiatief daarvoor bij de gemeente ligt.” Gemeenten kunnen zelf bepalen op welke manier ze dat doen. “Uiteindelijk ondertekenen alleen de gemeente, woningcorporaties en huurdersorganisaties de prestatieafspraken die zijn gemaakt”, licht hij toe.
Edwin vindt het belangrijk dat zorg- en welzijnspartijen aan tafel komen bij het maken van de prestatieafspraken. “Het landschap is veranderd”, vertelt hij. “Gemeenten krijgen steeds meer te maken met de Wet langdurige zorg, en met het scheiden van wonen en zorg. Dan kun je niet meer over ouderenhuisvesting praten zonder daar zorg- en welzijnspartijen bij te betrekken”, legt Edwin uit.
In sommige gemeenten worden zorg- en welzijnspartijen al uitgenodigd bij het maken van volkshuisvestelijke afspraken. “Dat is dan dus omdat gemeenten het belangrijk vinden om deze partijen erbij te betrekken en niet op basis van het wetsvoorstel”, vertelt Edwin. De afspraken die ze maken komen dan in een pact, convenant of intentieverklaring te staan. Edwin: “Ik denk dat we deze voorbeelden goed kunnen gebruiken voor het maken van de prestatieafspraken.”
In gesprek over de woonzorgopgave
Bart begeleidde zo’n vijftien gemeenten bij het opstellen van prestatieafspraken. In slechts twee gemeenten zaten zorg- en welzijnspartijen aan tafel, waaronder in Breda. Hier sloten vier zorg- en welzijnspartijen – op verzoek van de gemeente, woningcorporaties en huurdersorganisaties – aan bij de themabijeenkomst over wonen en zorg. Bart: “De zorg- en welzijnspartijen hielden een pitch over wat volgens hen de woonzorgopgave was, waar ze graag afspraken over wilden maken en welke rol ze hierin zelf wilden vervullen.”
Ze benadrukten dat de opgave rondom ouderenhuisvesting niet onderschat moet worden. De verdubbeling van het aantal ouderen en het tekort aan personeel verplichten het woon- en zorgdomein om intensief en langdurig samen te werken. Ook onderstreepten de partijen de noodzaak van andere woonvormen en hadden ze veel aandacht voor samenleven. Zo zagen welzijnspartijen onder meer een rol voor zichzelf weggelegd om ontmoetingen tussen bewoners te faciliteren.
De gemeente, woningcorporaties en huurdersorganisaties reageerden vanuit hun eigen invalshoek op de pitch van de zorg- en welzijnspartijen. Daarna volgde een gesprek over de woonzorgopgave tussen de vier partijen onderling. “De zorg- en welzijnspartijen vonden het fijn dat ze bij het maken van de afspraken betrokken werden”, vertelt Bart. “Dat ze überhaupt de kans kregen om samen met de andere partijen over de woonzorgopgave in gesprek te gaan.”
Ze konden ook reageren op de conceptversie van de prestatieafspraken. “Normaal gesproken delen we die alleen met de gemeente, woningcorporaties en huurdersorganisatie”, aldus Bart. “Op basis van de feedback van de zorg- en welzijnspartijen spraken we in de prestatieafspraken bijvoorbeeld niet alleen over ouderenhuisvesting, maar ook over mensen die langdurige zorg nodig hebben.”
Meerwaarde zorg- en welzijnspartijen
Prestatieafspraken op het gebied van wonen en zorg worden in veel gemeenten nu gemaakt op basis van beleidsstukken en visiedocumenten. “Zorg- en welzijnspartijen verrijken het gesprek met hun praktijkervaring”, licht Bart toe. “Ze weten waar zorgverleners tegenaan lopen en zorgen er met deze kennis voor dat de juiste afspraken op papier komen te staan.” Hij wil gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties daarmee overigens niet tekortdoen. “Vanuit die organisaties zitten er mensen aan tafel die veel weten. Maar samen weet je meer. Wat speelt er nou echt in de gemeente?”
Bart noemt als praktijkvoorbeeld de keuzevrijheid voor thuiszorg. “Zorg- en welzijnspartijen zien bij een flat soms auto’s staan van vier verschillende thuiszorgorganisaties. Dat is niet efficiënt”, licht hij toe. “Deze voorbeelden helpen om met elkaar na te denken over hoe het anders kan. Bijvoorbeeld over hoe de werkgebieden van thuiszorgorganisaties ingedeeld kunnen worden.”
Daarnaast ziet Edwin dat er door het betrekken van zorg- en welzijnspartijen een korte lijn ontstaat tussen woningcorporaties en zorg- en welzijnspartijen. “Dat was in het verleden niet altijd zo, maar het is goed dat ze elkaar nu ook weten te vinden in de dagelijkse praktijk”, vertelt hij. Zo kunnen woningcorporaties en zorg- en welzijnspartijen bijvoorbeeld sparren over nieuwe woonvormen waarin wonen en zorg worden gecombineerd. Bart voegt daaraan toe: “Door de partijen bij elkaar te brengen leren ze elkaars taal en veelgebruikte afkortingen kennen. Hierdoor begrijpen ze elkaar beter.”
Van ambitie naar concrete plannen
Edwin hoopt dat de prestatieafspraken over ouderenhuisvesting niet bij ambities blijven. “De vergrijzing knalt er de komende jaren echt heel hard in”, licht hij toe. “Ik denk dat we nog steeds onvoldoende scherp hebben dat er een groot tekort is aan geschikte woningen voor ouderen.” Het liefst ziet Edwin in de prestatieafspraken staan wat de woonopgave in concrete aantallen is en hoe de partijen die gaan realiseren. Dan heeft hij het over het bouwen en aanpassen van woningen, en het aan elkaar koppelen van de juiste partijen om hier samen aan te werken. “Het zou mooi zijn als alle betrokken partijen de prestatieafspraken gebruiken als startschot voor het realiseren van al die verschillende vormen van ouderenhuisvesting die we zo hard nodig hebben”, sluit hij af.