Opiniestuk Martine Visser: “Zonder sociale woonomgeving vallen ouderen tussen wal en schip”

05-06-2025
“Als het gaat om die aardige man die je wekelijks spreekt tijdens de koffie in de gemeenschappelijke ruimte, dan is een helpende hand zo uitgestoken.”
- Martine Visser, directeur-bestuurder van Centrada, de woningcorporatie in Lelystad

We houden in Nederland graag vast aan de mythe van ouderen die hun hele leven zelfstandig blijven wonen. Maar tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis zit een vergeten midden: geclusterde woonvormen met collectieve voorzieningen. Een omgeving met een essentieel, maar toch vaak vergeten component: sociale contacten. Ouderen maken er laagdrempelig een praatje met elkaar en een bijkomend voordeel: de buurvrouw die nog iets mobieler is, houdt een oogje in het zeil. Dat klinkt ideaal, maar voor zulke woonvormen is financiering nodig.

 

De keuze om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen is al decennia geleden gemaakt. Het klinkt aantrekkelijk: autonomie, eigen regie, zelfredzaamheid. Maar dat pakt in de realiteit toch anders uit. Ouderen blijven wonen in huizen die eigenlijk te groot voor ze zijn en slapen soms noodgedwongen op de bank, omdat ze de trap niet meer op komen. En dat terwijl starters naarstig zoeken naar een woning. Kinderen kunnen de mantelzorg voor hun ouders niet meer aan. En dan is er de eenzaamheid waar ouderen niets over vertellen, omdat zij niet het gevoel willen hebben een last te zijn.

 

Financiering gezocht: niet voor stenen, maar voor leven

Woningcorporaties zijn prima in staat woningen te bouwen die geschikt zijn voor geclusterde woonvormen met collectieve voorzieningen. Als Centrada plannen we dan een huisartsenpraktijk of ontmoetingsruimte mee op de begane grond van een nieuw wooncomplex. Maar als puntje bij paaltje komt? Geen financiering. Niet voor de fysieke ruimte en ook niet voor de mensen die activiteiten faciliteren. Dan komt het er toch weer op uit om van de geplande ontmoetingsruimte een paar appartementen te maken. In Lelystad heeft Centrada een wachtlijst van zo’n 21.000 mensen. Die appartementen verhuren we dus wel, maar zo komen we nooit tot een nieuwe woonvorm voor ouderen. En met de huidige plannen van het kabinet blijft dit de norm, in plaats van de uitzondering.

 

Politiek Den Haag wil de cheque niet tekenen voor een leefbare omgeving voor ouderen. Gemeenten voorzien individuele hulpvragen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), zorgverzekeraars vergoeden de medische kosten voor hun verzekerden, het zorgkantoor bevriest het aantal verpleeghuisplekken vanuit de WLZ en het Rijk probeert vooral de zorgbegroting naar beneden te krijgen. En ondertussen schuift dit kabinet de rekening door, zonder na te denken over hoe dan wel. Stilzwijgend gaan overheden ervan uit dat de gemeente of de corporatie het wel oplost; of de mantelzorger of wijkverpleegkundige. De ouderen zelf? Die vallen tussen wal en schip.

 

Collectief organiseren is efficiënter én menselijker

De ironie is: de menukaart ligt er dus al. In Lelystad en in veel andere plaatsen weten we namelijk heel goed hoe het zou moeten. Gemeenschappelijke ruimtes, een sociaal werker die activiteiten opzet, ontmoetingen faciliteert en vrijwilligerswerk stimuleert. Geen luxe, maar noodzaak. Want ‘zorg’ is meer dan wassen en steunkousen aantrekken. Het is ook samen lachen bij de koffie, of iemand hebben die even vraagt hoe het écht met je gaat.

 

Bovendien: collectieve voorzieningen zijn goedkoper. In plaats van iedereen twee uur individuele zorg per dag, organiseer je met datzelfde geld een levendige gemeenschap waarin mensen ook voor elkaar zorgen. Maar dan moet je wél het systeem omdenken: van individuele indicaties naar een collectieve visie.

 

Hoe wil jij ouder worden?

Maar wie durft de knoop door te hakken? Mijn oproep aan dit kabinet: geef gemeenten opdracht en structureel budget om collectieve voorzieningen te financieren. Of geef woningcorporaties de ruimte om een component in de huur op te nemen. Maar regel het. Niet wanneer het écht crisis is, maar nu. Want straks hebben we de mogelijkheid niet meer om over de lange termijn na te denken en zijn we alleen nog maar symptomen aan het bestrijden.

 

In Lelystad liggen de plannen klaar. De samenwerkingen zijn springlevend. Maar zonder financiering blijft het bij goede bedoelingen. En dat is tragisch. Want terwijl woningcorporaties met politiek Den Haag overhoop liggen (over een huurbevriezing bijvoorbeeld), wachten ouderen op een plek waar ze kunnen léven, in plaats van overleven.

 

Dit is niet alleen een vraag die nu – anno 2025 – relevant is. Het gaat ook over jouw eigen toekomst. Dus vraag jezelf eens af: hoe wil jij oud worden? In je eentje, op een bank, in een te groot huis? Of in een vitaal ecosysteem waar het oké is om even te leunen op je meer mobiele buurvrouw? Nieuwe woonvormen stimuleren sociaal contact. En dat is belangrijk, want het is lastig om een oogje in het zeil te houden of om hulp te vragen als je de mensen in je omgeving niet kent. Maar als het gaat om die aardige man die je wekelijks spreekt tijdens de koffie in de gemeenschappelijke ruimte, dan is een helpende hand zo uitgestoken.